De Voerendaalse Molen

Aquarel van de Molen en de Molenbeekstraat gezien vanaf de spoordijk. De molen ziet u op de aquarel vanaf het midden naar rechts onder de tak. Van links naar rechts het molengedeelte, woongedeelte en de stallen. Het hoogste gebouw rechts is de koren- en hooischuur. Bronnen: Voerendaal Vertelt (www.voerendaalvertelt.nl) en Paul Disco.

kan deze afbeelding niet goed plaatsen kijken naar het schilderij ?

De Voerendaalse molen Bron: Joep Smeets, schilderij door hem aangekocht

Gezicht op de op de molen vanaf de kerk . 1960 Frieke, Hans Bron de Overhekermolen Jo Kierkels Klimmen 2020
De Voerendaalse molen of de Graanmolen van Voerendaal

Gezicht op het molenhuis Gebouwd voor 1800 ( mogelijk 1427 ) ( land van Herle 1952 april blz 41 )
In de oudste manboeken (leenboeken) van de Keur Keulse Mankamer, het Leenhof van de Aartsbisschop van Keulen te Heerlen, welke boeken in het rijksarchief te Maastricht worden bewaard, vinden van de molens gelegen in de Bank van Heerlen er drie als Keuls Leengoed.
I De molen van Voerendaal ( vóór 1427 ):
'Her Jan Hoen van Voerendael is ( man van) synen huyse ende hoeve moelen ende panhuys dat zo Voerendael gelegen es" ( L.V.O. No 959, blz 3 )
II De molen van Musschenbroek ( omstreeks 1432 ):
" Item merten van Leick is man van den hove zo Mussche broech met eynre molenstat" ( L.V.O. No 959, blz 31 )
III De Molen ter Hoenshuis ( 1554, 27 mrt )
"Der Erent vester Johan Hoen van Carthyls zoder Hoensshues haet begert zoe untfangen dat stock lehen genant zor Hoenshuess als huess hoff myt allen angehoer, hocheytthen und gerechtycheytten mytther moellen, wydat selve eyn Stocklehen myns genedychsten Heren ( de Aartsbisschop van Keulen ) yst und syne selyge vader de Erenvester Wylhelm Hoen etc. daer uys gestorven was, und in belenonck byss zom affsterven syner gestalt"( L.V.O. No 962 blz 53 vo)
De Voerendaalse molen was een voormalige Graanmolen ( 4 bunders groot ) in de kom van het gelijknamige dorp, gelegen aan de Molenbeekstraat. Het kleine wit gekalkte molengebouw was uit mergelsteen opgetrokken. en was voorzien van een pannendak. Het water bestemd voor het bovenslagrad werd betrokken uit een vergaarvijver die 60 m boven de molen was gelegen. De vergaarvijver had ook een klein lossluis. Deze vijver werd gevoed vanuit een beek "de Sprung" waarvan het water afkomstig was van het bronnengebied "De Zevensprong".
Alleen in de herfst en de Winter was er voldoende water om de molen aan te drijven.
Techniek:

De Voerendaalse Watermolen in 1860 RAL,APW voor 1880-117
De Voerendaalse Molen was een zogenaamde wintermolen, er kon er alleen in de natte maanden van het jaar voldoende water worden aangevoerd om te kunnen malen. Dit water werd vanuit de vijver via een lange houten kanjel met daarin een bodemklep naar de bovenzijde van het waterrad geleid. Bij een te groot aanbod van water werd de bodemklep in de kanjel gesloten waardoor het water over rad werd heengeleid. Bovendien was er in geval van nood nog een lossluis op de vijver aanwezig.
Het waterrad had een middellijn van 3,18 m en een breedte van 0,69 m zoals vastgelegd bij een peilvaststelling in 1854. Omstreeks 1881 werd een nieuw waterrad gemonteerd met een middellijn van 3,74 m en een breedte van 1,10 m. De molen had één koppel molenstenen, de aandrijving bevond zich in de kelder van het molenhuis.
In het begin van de jaren 20 van de twintigste eeuw werd de houten maalstoel vervangen door een ijzeren exemplaar en gelijktijdig werd voor de aandrijving van de molen overgestapt op elektriciteit.
Nadat men in 1954 helemaal met malen was gestopt werd de molen in 1966 ook echt onttakeld. Er werd vanaf toen niet meer gemalen er was alleen een winkel in gevestigd, handel in veevoer.
Het molengebouw en bijbehorende gebouwen werd in de jaren 1978/1979 gesloopt nadat het was aangekocht door een aannemer project ontwikkelaar.
De molen is nu volledig verdwenen en lag in de achtertuinen van de huizen aan de Dijkstraat met de huisnummers 3, 5 en 7 .
De eigenaren:
De watermolen was in het begin van de 19e-eeuw in eigendom van de gepensioneerde kolonel Ladislas de Villers Masbourg uit het Belgische Eclaye (B). Deze familie was toen ook al eigenaar van kasteel Chaloen in Oud-Valkenburg en de daarbij behorende watermolen. Achtereenvolgens kwam de molen door overerving eerst in 1864 in bezit van Fredric de Villers Masbourg te Pondrôme ( B) en daarna in 1892 van de in Maastricht woonachtige Marie Josephine Clementie de Villers Masbourg. Deze liet de molen in 1894 geheel herbouwen, waarbij deze samen met het molenhuis aan een naastgelegen boerderij werd toegevoegd. Tot 1919 werd de molen door haar verpacht, waarna hij samen met de boerderij in eigendom kwam van Franciscus van der Heyden uit Voerendaal en Thea Feitscheid weduwe van Max Salm uit Heerlen. Zij werden elk voor de helft eigenaar. Na scheiding en deling in 1939 werden Josephine, Maria en Henri van der Heyden eigenaren. Josephine en Maria woonden in Voerendaal Kunrade, Henri in Alken (B). Zij verkochten de molen tenslotte in 1954 aan Frans Lipperts, de toenmalige pachter. Deze verbouwde het molenhuis tot een handel in veevoeders waarna hij er in (1966 onttakelen van de molen ) een winkelbedrijf vestigde. Daarna omstreeks 1978/79 , werd het gebouw de grond en omliggende percelen verkocht aan een aannemer-projectontwikkelaar en gesloopt en opnieuw bebouwd!
De molenaars en pachters:
De Moleneigenaars van adelijke komaf en families uit de gegoede burgerij lieten het werk op de molen doorgaans door pachters uitvoeren. De molen was omstreeks de eeuwwisseling verpacht aan de molenaar Louis Gielen en na de eeuwwisseling aan Jos Loop, hij was de laatste molenaar die op waterkracht heeft gemalen. In 1920, toen zijn zoon Paul Loop de molen in pacht had, werd er een ijzeren maalstoel en een elektromotor geplaatst, waarmee de molen tot in de 1954 in bedrijf bleef. Paul Loop die aanvankelijk een beambte was bij de Oranje-Nassaumijnen. De molen draaide toen door het gebruik van de elektromotor op haar hoogtepunt en dit vooral dankzij de levering van havermeel en geplette haver voor de mijnpaarden. De laatste pachter was Frans Lipperts die in 1954 door koop van de erven Van de Heyden eigenaar werd.
Informatie van P. Vossen, 22 februari 2008 de Overhekermolen van J Kierkels en de molens van limburg van P.W.E.A. van Bussel , de rykheidt en voerendaal verteld
Waterhuishouding
De waterhuishouding van Voerendaalse molen en de Puttersmolen was nogal complex ( bron :Bulletin van de historische kring het land van herle, editie maart april 1952)
Het begon allemaal met het beekje de Sprung dat ontsprong in het bronnengebied Zevensprong bij Terveurt en vanaf daar achter het kasteel Haeren stroomde. De vijvers van kasteel Haeren werden er niet door gevuld want die hadden eigen kwelwater. ( bron mondeling W. Uitterhoeve ) Na aanleg van het spoor moest het waterstroompje onder de spoorlijn doorgevoerd worden en je ziet als je onder het spoor doorloopt aan de kant van Steinweg wanneer je de bomen en struiken die in de beding van de beek groeien nog een tunnelbak die nu volgestort is. (Kinderen van Haeren schuilden erin de oorlog, bron mondeling W. Uitterhoeve). Het stroompje ging verder om het kasteel heen achter de schuur/hoeve van het kasteel en daar is het nog steeds zichtbaar het aquaduct van Voerendaal. Achter deze schuur bij kasteel Haren kruist het stroompje met een verhoogde betonnen bak over "de beek zonder naam". Vanaf hier kasteel Haren werd de beek op kunstmatig wijze door een opgeworpen wal ( dijk) op niveau gehouden en naar Voerendaal geleid waar ze de Voerendaals molen aandreef. In het sterrenbos bij haren kun je nog steeds de loop van de beek en de bedding van de beek zien met de opgeworpen aarden wal. Bij de Teggert is er een doorgang naar het bos waaronder deze molendijk gelopen heeft. Als je nu in de Molengats staat en richting de Donderveld straat kijkt zie je een duidelijk hoogte verschil in het terrein nodig, voor het vallen van het water.
De Voerendaalse molen was een zogenaamde wintermolen. De molen had vroeger al te weinig water. Teneerste omdat het afhankelijk was van de hoeveelheid regen dat er gevallen was en omdat de hoeve ten Hove en het Hoenshuis ook het water gebruikte voor het spoelen van de stallen en het drenken van hun vee.
Achter deze molen kwam de beek samen met de Dammerscheiderbeek (die eerder ook water kreeg van de Straatense beek ). Onder de naam Molenbeek stroomde het water verder naar Puth. Vóór de Puttersmolen werd de Molenbeek opgestuwd om voldoende water te hebben om te kunnen malen. . Bij de Puttersmolen viel het water over het midden - en later bovenslagrad omlaag en verenigde zich daarna met de Hoensbeek, die in het park van het kasteel Haren zijn oorsprong vond en in een ver verleden ook een molen bij het Hoenshuis aandreef. Nu is de Hoensbeek door het waterschap verder uitgediept en rechtgetrokken en loopt aan de kant van de Steinweg naar de putterweg achterlangs het spoor naar de oude puttermolen. ( bron: dus burgemeester M.J.H. Dautzenberg van Voerendaal )
Nadat de Molenbeek achter de Puttersmolen met de Hoensbeek was samengevloeid, stroomde de Hoensbeek samen met de Hongerbeek of Cortenbacherbeek, verder naar kasteel Rivieren om daar in de Geleenbeek uit te monden. Om vervolgens daar de oliemolen van Weustenrade te laten draaien ??!?+++++
Wat is gebeurd met de waterloop van de Sprung en de Molenbeeken de Hoensbeek ?
Hoe Heerlen goede sier makte met het drinkwater uit Voerendaal, door Frans Gerards
Voerendaal vertelt : bron : https://voerendaal.reubsaet.net/verhalen/jeugdjaren.html
verloop van de sprung en onder de spoorlijn door werd beschreven door Dhr Reubsaet
Oma Krutzen, zoals we haar noemde, nam op de woensdag- of zaterdagmiddag, als de kinderen vrij waren van school, de hele meute mee uit wandelen. Ze ging altijd naar de rand van het Haerenbos, nam plaats op een bankje of omgevallen boomstam en liet de kinderen de vrije hand. Op die plek zag het bos geel van de sleutelbloemen en ieder kind plukte daar een bosje van voor thuis in de vaas (voor je thuis was waren ze alweer verlept). Ook mijn oom Wiel ging graag wandelen en nam dan ook enkele kinderen mee. Hij liep vaak dezelfde route langs het Haerenbos. Aan de ene kant het bos en aan de andere kant tot aan de spoordijk een weiland waar koeien liepen (dit is nu ook bos). Zijn vaste vraag was altijd; "En Wim, wat doen de koeien met de staart?". Aan het einde van het pad kon je naar links naar kasteel Haeren, langs een slagboom bestaande uit een boomstam die tussen twee palen scharnierde. Wij gingen rechtsaf naar een tunneltje onder het spoor door. Aan de andere kant van de spoordijk stond links een groen houten gebouwtje. Dit was (is) een pompstation voor drinkwater, als je met je handen langs het hout ging had je je handen vol splinters, nu is het een stenen gebouw. Langs de spoordijk liepen we dan verder totdat we bij een duiker kwamen. Een afwateringstunneltje Voor de beek "De Sprung" die vanaf de Zevensprong bij Terveurt via het Haerenbos naar de watermolen van Voerendaal liep. Bij het bouwen van de spoorlijn in 1915 werd deze duiker aangelegd om de doorloop van de beek niet te belemmeren. Als kind kon je licht gebukt naar de andere kant van de spoordijk lopen. Mijn oom deed dat ook, maar hij was dan ook klein van stuk, mogelijk maar 1 meter 60. In mijn herinnering stond dit ding altijd droog. Door de waterwinning voor de gemeente Heerlen kwam dit hele gebied droog te staan. De grachten van Kasteel Haeren, maar ook de oude vijvers stonden allemaal droog. Later ben ik daar nog wel eens terug geweest en kan me dan nauwelijks voorstellen dat ik door die duiker ben gelopen. Aan de andere kant van de spoordijk liepen we dan verder tot we aan de rijksweg kwamen, de weg van Heerlen naar Maastricht. We staken daar nog niet over maar liepen weer richting Kapelhof tot we bij een buis kwamen die onder de rijksweg lag. De meeste kinderen staken samen met oom Wiel over en een enkele durfal kroop door de buis naar de andere kant van de weg. Vandaar gingen we een veldweg op richting Kalkovens "De Sjawttae Koele". Een stuk verderop gingen we van de veldweg af en klommen omhoog om uiteindelijk op het gras tussen twee grote bomen te gaan zitten. Van hieruit had je een mooi uitzicht op het verkeer dat van Heerlen naar Maastricht en visa versa reed. Iemand had je wijs gemaakt dat rode auto's geluk brachten als je met je natte duim in je handpalm drukte en daarna in je handen klapte. Na een tijd gingen we weer huiswaarts langs het kapelletje de Tenelenweg af terug naar de Panhuisstraat. (struinen door 1000 historisch klimmen )
Waar is het grachtwater van kasteel Haren: zie artikel in de krant een sprookje van uitgedroogde poelen en grachten 17-07-1934
Waar haalden de inwoners van de villa rustica hun water vandaan
Ter hoogte van klimmen was er een waterbron. Vandaaruit haalden de Romeinen hun water wat werd geleid door uitgekapte "U blokken " mergel met een deksel erop gemetseld . Deze dichte constructie , cq kanaal zorgde ervoor dat het water ook door een helling naar beneden werd geleid en uiteindelijk weer omhoog kwam als een soort fontein. Op deze manier werd het water naar de villa rustica gebracht zoadat het langs en door de villa kon stromen
Verdwijnen van de watermolens:
Hoe verdween het landschappelijk schoon de watermolens en het water met hun broeklanden, stuwvijvers en losvijvers met uitvloeiweides.
In een periode van 1875-1955 verdwenen er veel watermolens. Door de aankoop van de water- en stuwrechten door de gemeenten en de waterschappen ( "waterschap van "de Geleen en de molenbeek en hun zijtakken", het latere "Roer en Overmaas" ) De afvoer vanriool water en industrieel afvalwater moest snel zijn, dus er werd gekanaliseerd en er werden nieuwe kanalen gegraven. Vaak kreeg de betsaande beek dan een riool functie, die stonk en werd dan ook vaker overkluisd. De gebieden rond de beken moesten droger worden voor de zwaarder landbouwmachines, er was een sterke ontwikkeling van meer landbouwgebied en intensieve landbouw. (periode 1920-1965 ) Door de ruilverkaveling verdwenen zijbeken graften en bossen en werden de gebieden nog droger en werden zelfs van drainage voorzien? Voor het onderhouden van de aangelegde kanalen werd vaak aan één zijde een werkbare oever aangelegd voor zwaarder machienes om de overmatige groei van waterplanten te verwijderen, om afvoersnelheid te verhogen en om dichtslippen te voorkomen. Doordat er meer licht'( ontbreken bossen en struiken ) op de beekbodem kwam en de beekjes langzamer gingen stromen dieper lagen in het landschap en er meer afvalwater met kunstmest en fosfaten in de beek kwam slipten de beken en de poelen vaak dicht door de overtollige plantengroei. Dit alles was het einde van de watermolens, een water molen kan alleen functioneren als er water is of opgestuwd kan worden ?
Aanleg van een drinkwaterleiding van de zevensprng naar Heerlen.
Ook het gebruik van verbrandingsmolens en elektrische molens en maatschappelijke ontwikkeling zoals het ontstaan van de boerenbond hadden een invloed op het bestaansrecht van de molens.
Aanleg van de het spoor Heerlen Schin op Geul en welke invloed heeft dit gehad op de water loop van de rivieren en beken in Voerendaal. De beken Hoensbeek, Sprung , Molenbeek en de Cortenbacher/Hongerbeek moesten worden omgeleid
Aanleg A76
Ontwikkelingen in de visfauna van de Geleenbeek gedurende de periode 1900 - 2007
Overzicht projecten Geleenbeek
Overzicht projecten Geleenbeek - Waterschap Limburg
Database
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||
Tijdlijn
pachters |
eigenaren |
|||||||
| Louis Gielen | ||||||||
| 1800 | Kolonel Ladislas de Villers Masbourg | |||||||
| 1854 | oud rad beschreven | |||||||
| 1864 | Frederic de Villers Masbourg | |||||||
| 1881 | Nieuwe molenrad geplaatst | |||||||
| Jos Loop | ||||||||
| 1892 | Marie Josphine Clementine de Villers Masbourg | |||||||
| 1894 | naast molenhuis verbouwd aanpandige boerderij gebouwd | |||||||
| Paul Loop | 1919 | Francis van de Heyden en Thea Feitscheid | ||||||
| 1920 | plaatsen van een elektromotor | |||||||
| er wordt niet meer met waterkracht gemalen | ||||||||
| 1939 | Josephine en Maria en Henri van de Heyden | |||||||
| Frans lipperts | 1954 | Frans Lipperts | ||||||
| stopte met malen op de molen | ||||||||
| 1966 | onttakeling van de molen | |||||||
| alleen nog winkel voor veevoer | ||||||||
| 1978 | aangekocht door projectontwikkelaar | |||||||
| 1979 | gesloopt | |||||||
Fotoarchief
|
|||||||||||||
|
|||||||||||||
|
|||||||||||||
|
|||||||||||||
|
|||||||||||||
|
|||||||||||||
|
|||||||||||||
|
|||||||||||||
|
|||||||||||||
|
|||||||||||||

