Puttersmolen/ Puther Watermolen

schilderij door de molenaar zelf.: eigendom van N Huijts

originele foto: Je ziet de molenaar in de deuropening staan. Foto gemaakt over de vergaarvijver heen je ziet op re de achtergrond Hoeve Steenenis
De Puthermolen Puttersmolen molen van Kasteel Puth. De watermolen lag tegenover het kasteel Puth bij de weg van Ten Esschen naar Voerendaal. ( zie oude kaart 1881 ) Hij bestond uit een monumentaal L-vormig bakstenen gebouw. De steenlagen werden afgewisseld met mergel- of speklagen. De onderbouw was van Kundersteen. De molen was gelegen in een schilderachtige natuurgebied met geweldige platanen, waarop men vanuit het kasteel een prachtig uitzicht had.
De huidige weg had vroeger een ander tracé. In die weg lag een fraai wit geschilderd bruggetje over de Voerendaalse Molenbeek. Het waterrad hing langs de muur aan de voorzijde van de langer rechtervleugel, waarlangs ook de beek stroomde (RAL, APW, WM) Links van de beek liep de molenweg en aan de rechterzijde lag de molen -of de vergaarvijver, die door een dam van de beek was gescheiden. Via een sluisje stonden beek en vijver met elkaar in verbinding. In het begin van de eeuw lagen er twee vijvers. Aan het boveneinde lag een afslagbeek om het overtollige water beneden het waterrad te kunnen afvoeren naar de Geleenbeek die achter de molen liep ( hongerbeek/ Cortenbacher beken en daarna de Geleen beek in )Aanvankelijk was de molen voorzien van een middenslagrad.
Volgens het proces-verbaal van de peilstelling in 1854 had het rad een middellijn van ,90 m en een breedte van 0,77m. Bij vernieuwing werd de middellijn op 6,20m gebracht en de breedte op 0,57 m ( Bron: RAL,APBL, inv nr 7714 ) In 1891 werd dit rad opnieuw vervangen en werd het een bovenslagrad met een middellijn van 3,50m en een breedte van 1,25 m. Dit rad verbruikte door zijn hoger rendement minder water, zodat de molen langer kon malen. De molen had drie koppels maalstenen en een houten gangwerk. De stenen lagen op een cirkel rondom het spoorwiel. Twee koppels lagen tegen de gevel langs de beek. Het andere koppel lag aan de voorzijde op de maalstoel. De molen maalde tarwe, rogge en het gebruikelijke voergraan. Er werd tarwe gemalen en van het meel werd met een buil ook bloem gemaakt ( builen ) Vroeger was in het gebouw ook een oliemolen ondergebracht.( mondeling door M.J.F. Klinkenberg ) De vijvers begonnen na de eerste wereldoorlog dicht te slibben. In het begin van de jaren twintig werden een maalstoel en een ruwoliemotor geplaatst ( onderzoek nog : start van de mijn onttrekken van water Bron: mondeling N.Huijts is de grond 1,5m verzakt en ( dan ook het spoor) door de mijnbouw en werd de Hoensbeek extra diep gelegd door verzakken van de grond? ), aanleg van de Heerlens drinkwater vanuit de bron van Craubeek/ Terveurdt en aanleg van het spoor welke invloed hebben ze gehad op de hoeveelheid water van de Voerendaals Molenbeek ? ) Deze motor werd later ( wanneer ? ) vervangen door een elektromotor. In die jaren werd er ook veel door grote boerenbedrijven in de directe omgeving zelf gemalen.

Op het einde van de jaren twintig begonnen de boerenbedrijven zich echter kleine maalstoeltjes, zogenaamde “boerenmolentjes “aan te schaffen. Bovendien werd er een afdeling van de boerenbond opgericht, waarvan veel kleine boeren lid werden ( molen op de hoek van de Kunderkampstraat Bergseweg) . Molen op de Valkenburgerweg. Een en ander had tot gevolg dat het gemaal terugliep en de molen tenslotte in het midden van de jaren dertig werd stilgelegd ( Mondeling door M.J.F. Klinkenberg ) Hij werd daarna als het ware afgebroken door iedereen die dacht dat er iets van zijn gading kunnen vinden. De afbraak begon in de jaren veertig toen verval intrad en ging door tot er van de molen niets meer over was dan een stuk fundering dat overwoekerd werd met loofhout.
De speklagen van veldbrandstenen en mergelstenen is een ongelukkige combinatie. Door regen, zon en vorst en het groot verschil in temperatuur en vochthuishouding van verschillende steensoorten kwamen de voegen en de mortellagen snel los te liggen. Door gebrek aan onderhoud van het gebouw trad er een versneld verval in, het gebouw werd slachtoffer van de natuur. ( en de bewoners van Voerendaal )
De Amerikaanse soldaten die daar gelegerd lagen hebben in de winter van ‘44-‘45 het dak, wat al grotendeels was ingestort, verder gesloopt en opgestookt. ( het was een erg koude winter !! ) ( bron dhr N. Huijts )
Iedereen die dacht dat hij gratis veldbrandstenen kon gebruiken ging er heen. Er kwamen in de weekeinde allemaal Voerendalers met karretjes achter de wagens langs om stenen te laden ( bron dhr J. Petit )
In de jaren ‘63 werden in opdracht van de gemeente Voerendaal de laatste nog staande muren neergehaald voor de veiligheid van zijn bewoners.
Een molensteen zou bij Gooijker op Ten Esschen in de tuin liggen ?

Eigenaren:
Het kasteel en de molen behoorden in de 18e eeuw tot de goederen van de familie De Hayme de Bomal. In het begin van de 19e eeuw waren zij de eigendam van graaf Oscar de Marchant d ‘Asembourg te Gulpen-Neuborg, gehuwd met barones Leonie de Wendt Holtfield. De graaf stierf in 1883. Zijn dochter Maria Antonia, gehuwd met graaf Stolberg zu Stolberg en woonachtig te Rechlinghausen ( Westfalen, D ) erfde het kasteel, de molen en andere aanhorigheden, waardoor deze in de familie Stolberg kwamen.
Het molenrecht is verkocht aan de gemeente Heerlen in verband met de waterwinning.
De molenkolk werd volgestort met puin. Nu werd de molen verbouwd tot woonhuis! Op 18 september 1945 werden de Voerendaalse goederen van deze familie als vijandelijk vermogen onder beheer gesteld, en later weer vrijgegeven De molen was toen reeds gedeeltelijk gesloopt.
Pachters-Molenaars:
De laatste pachter-molenaar was Jacques Klinkenberg. Hij had de pacht overgenomen van zijn oom Piet Aarts, die op Ten Esschen woonde en geen kinderen had.

laatste molenaar Jac Klinkenberg

molen vanaf de achterzijde

laden van de de vracht. Met paard en wagen

Vier jongemannen, links Frans Klinkenberg, zoon van de molenaar.
| Eigenaren | Pachters molenaars | |
| Fam De Hayme de Bomal | In de 18 eeuw | |
| Graaf Oscar de Marchant d ‘Asembourg te Gulpen-Neuborg gehuwd met barones Leonie de Wendt Holtfeld | Begin 1900 eeuw | |
| De dochter van bovenstaande graaf, Maria Antonia Marchant d ‘Asembourg trouwde met graaf Stolberg zu Stolberg en deze erfde na de dood van de graaf in 1883 de molen en aangehorigen! | 1883 | Molenaar Piet Aarts de oom van de laatste molenaar |
| 1891 | Molen werd omgebouwd naar een bovenslagrad | |
| 1913 | Aanleg spoor Heerlen-Schin op geul | |
| 19??? | Verkoop van het molenrecht aan de gemeente Heerlen voor waterwinning. | |
| 19?? | Molen kolk werd volgestort met puin en de molen werd verbouwd tot een woonhuis? | |
| 1935 | Werd gestopt met malen door Jacques Klinkenberg | |
| Amerikanen stookten houtvuren van het ingestorte dak van de molen | Winter 1944 - 1945 | |
| De goederen van de molen en aangehorigen kwamen onder beheer van de overheid als vijandelijk vermogen | 17 september 1945 | |
| ? van wie was dan de molen kasteel Puth | ||
| Omwonende kwamen stenen ophalen en alles wat ze konden gebruiken namen ze mee ? | 1945- 1963 | |
| Gemeente Voerendaal gaf opdracht om de nog opstaande muren te slopen voor de veiligheid van zijn bewoners | 1963 | Alleen nog een steen te vinden |
| Volgen N. Huijts werden de vergaar vijvers gedemd. Door het te gebruiken als afvaldump van de gemeente Voerendaal . ( N Huijts tot wanneer? Wat ligt er dan nog |
______________________________________________________________
Informatie van Pierre Vossen, 10-1-2005
Foto: n.n., 1930ca zie ook Voerendaal vroeger
Deel foto, coll. RCE
Foto: n.n. Molenaar Klinckenberg
dhr j Petit
dhr N Huijts
Bron: land van Herle april 1952
Bron: de overhekermolen Kierkels
Bron: P van Bussel alle molens van Limburg
Bron: database https://www.molendatabase.nl/molens/ten-bruggencate-nr-01129
Bron: allemolens: https://zoeken.allemolens.nl/tenbruggencatenummer/01129

|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||

